
Onderwerpen
Inleiding:
I. Inleiding, verantwoording
De beide hoofdkerken in Leipzig:
II. De Thomaskirche
III. De Nikolaikirche
Bachs musici, de bezetting, de opstelling en de omstandigheden:
IV. Bachs musici
V. De bezetting van de instrumentale partijen
VI. De bezetting van de vocale partijen
VII. Bachs directie
VIII. De opstelling van de musici
IX. De organisatie van de Music en de omstandigheden tijdens de kerkdiensten
Uitvoeringspraktijk:
X. Toonhoogte, stemming en intonatie
XI.1. Tempo 1: Basistempi en de factoren die het tempo konden beïnvloeden
XI.2. Tempo 2: De basistempi van de maatsoorten
XI.3. Tempo 3: Maatwisselingen, dansvormen en Franse ouvertures
XII. Articulatie en synchronisatie
XIII. Dynamiek
XIV. Versieringen
XV. De kunst van het zingen
XVI. Het recitatief
XVII. Het koraal
De continuoinstrumenten:
XVIII. Het orgel
XIX. Het klavecimbel
XX. De generale (becijferde) bas
XXI. De violoncello
XXII. De violone
XXIII. De fagot
XXIV. De viola da gamba
XXV. De luit
De overige instrumenten:
XXVI. De viool en de altviool
XXVII. Bijzondere strijkinstrumenten
XXVIII. De fluiten
XXIX. De hobo’s
XXX. De trompet en de pauken
XXXI. De hoorn en de lituus
XXXII. De zink en de trombone
Caput selectum:
XXXIII. Bachs eigen uitvoeringen van zijn Matthäus-Passion