Rens Bijma

Proefschrift

Op 11 december 2017 promoveerde Rens Bijma in Utrecht tot doctor in de muziekwetenschap op een proefschrift met de titel:


JOHANN SEBASTIAN BACH EN ZIJN MUSICI IN DE BEIDE HOOFDKERKEN TE LEIPZIG 

EEN ONDERZOEK NAAR HUN ROL, INZET EN OPSTELLING IN HET ALGEMEEN EN NAAR DE CONTINUOGROEP EN DE DAARIN PARTICIPERENDE INSTRUMENTEN IN HET BIJZONDER

Proefschrift

Het proefschrift bestaat uit een hoofdtekst (357 pagina’s) en een appendix met citaten uit primaire bronnen (113 pagina’s).

De verschillende drukken van het proefschrift zijn uitverkocht. Het proefschrift is te downloaden via de volgende link: https://dspace.library.uu.nl/handle/1874/357320. Een lijst met errata bij het proefschrift kunt u downloaden via de volgende link: Errata
Alle hoofdstukken uit het proefschrift zijn – inclusief errata en deels verder verbeterd en soms opgesplitst in kleinere blokken – ook los te downloaden via het tabblad ‘Alle hoofdstukken’.
_________________________________


Het proefschrift bevat twee delen met elk vijf hoofdstukken:

DEEL I:
BACH EN ZIJN MUSICI IN DE BEIDE HOOFDKERKEN VAN LEIPZIG IN HET ALGEMEEN

I. DE BEIDE HOOFDKERKEN VAN LEIPZIG
II. LEERLINGEN, ZANGERS EN INSTRUMENTALISTEN
III. DE BEZETTING VAN DE INSTRUMENTALE PARTIJEN
IV. DE BEZETTING VAN DE VOCALE PARTIJEN
V. BACHS DIRECTIE EN DE OPSTELLING VAN ZIJN MUSICI

DEEL II:

BACHS CONTINUOGROEP IN DE BEIDE HOOFDKERKEN VAN LEIPZIG

VI. HET KLAVECIMBEL
VII. HET ORGEL
VIII. DE VIOLONE
IX. DE VIOLONCELLO EN DE FAGOT
X. DE VIOLA DA GAMBA EN DE LUIT

 

_________________________________


De volgende conclusies zijn ontleend aan de Slotbeschouwing van het proefschrift:

Hieronder volgt een aantal (nog) niet algemeen geaccepteerde opvattingen die in deze studie naar voren zijn gebracht.

  • Thomasschule-leerlingen en studenten lazen als vocale en instrumentale ripiënisten niet mee uit de partijen van de concertisten en stadsmusici
  • vocale partijen in ‘koren’ werden doorgaans gezongen door slechts één zanger
  • het aantal vocale ripiënisten telde (in ieder geval in de Nikolaikirche) nooit meer personen dan één per partij
  • de zangers stonden steeds vooraan bij de balustrade met de instrumentalisten daarachter
  • de dirigent gaf tijdens de uitvoeringen nauwelijks aanwijzingen
  • de opstellingen van de musici in beide kerken weken sterk van elkaar af
  • Bach of een van zijn leerlingen speelde in alle delen mee op het klavecimbel
  • de violone was weliswaar een groot instrument, maar octaveerde niet
  • een eventuele 16’-klank werd gerealiseerd op het orgel
  • het is onduidelijk of Bachs celli tot 1729 vergelijkbaar waren met de huidige barokcelli, of dat zij kleiner waren en als Viola da spalla horizontaal werden bespeeld
  • de violone en fagot(ten) werden in alle delen ingezet wanneer Bach de beschikking had over goede spelers
  • de fagottist vertolkte de continuopartij nooit solistisch, maar samen met cellisten en eventueel een violonist
  • de gamba en de luit werden normaliter niet ingezet als continuo-instrumenten
  • een luitpartij werd nooit gespeeld op een theorbe